Ware Dina thuis gebleven, zij ware kuisch gebleven.
Dina, Gen. 34: 1, 2. ‘‘Toen Jakob na zijn terugkeer in het land Kanaän zijne tenten in het land van Sichem had opgeslagen, ging zijne eenige dochter Dina, (die, wanneer Jakob slechts twintig jaar bij Laban geweest is, nog zeer jong moet geweest zijn, en daarom allicht onbewaakt mocht uitgaan), de landstreek eens bezien, en de meisjes in het vreemde...