Wat is de betekenis van Wäger?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wager

I.m. (-s), die waagt, die iets gevaarlijks of onzekers onderneemt. II. m. (-s), (zeew.) weger.

2025-07-23
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

wager

I. weddenschap; lay (make) a wager, een weddenschap aangaan, wedden; II. 1. verwedden, wedden om; 2. op het spel zetten; III. wedden.

2025-07-23
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Wäger

(officieel) weger.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wager

m. -s; waaghals.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wager

(’wa:gər) m. (-s) hij die waagt.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Wager

Het begrip wager heeft 2 verschillende betekenissen: 1. wager - WAGER - m. (-s), die waagt, die iets gevaarlijks of onzekers onderneemt. WAGERIJ, v. H was eene heele wagerij. 2. wager - WAGER - m. (-s), (zeew.) weger.

2025-07-23
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Wager

Wager, m. (-s), die waagt, die iets gevaarlijks of onzekers onderneemt.