Wat is de betekenis van vuurpijl?

2024-04-18
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

vuurpijl

1) (1958) (voetb.) hoge bal. • De tienduizend kijkers bij de wedstrijd NOAD —Feyenoord hebben weinig vuurpijlen (zoals men hoge ballen in voetbaljargon pleegt te noemen) gezien — ondanks Koninginnedag —, maar na de rust aan trekkelijk voetbal. (Nieuwsblad van het Zuiden, 01/05/1958) 2) (1984) (meerv.) (Vlaanderen, inf....

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vuurpijl

vuurpijl - Zelfstandignaamwoord 1. Een kleine raket die hoog in de lucht ontploft. Een vuurpijl bestaat uit een nuttige lading (meestal een bommetje), een aandrijflading, een omhulsel, een straalpijp en een stabilisator. Woordherkomst samenstelling van vuur en pijl

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vuurpijl

vuurpijl - zelfstandig naamwoord uitspraak: vuur-pijl 1. stuk vuurwerk dat hoog de lucht in geschoten wordt ♢ in de lucht ontploften de prachtigste vuurpijlen Zelfstandig naamwoord: vuur-pijl de vuurpijl ...

2024-04-18
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Vuurpijl

Vuurpijl - zeer hoog gaand schot.

2024-04-18
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Vuurpijl

is een veel gebruikte sierplant voor de tuin met lange, kale bloemstengels en aarvormige trossen gele, geel-rode of rode bloemen (z. Kniphofia).

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vuurpijl

s., fjûr-, fjurpyl(k).

2024-04-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vuurpijl

m. (-en). 1. raket, projectiel best. uit een bordpapieren koker, gevuld met een veel gas ontwikkelende sas, die door de gasdruk voortgedreven wordt; gebruikt als vuurwerk, als lichtsein en om lijnen mee over te schieten ; 2. uit Z.-Afrika afkomstige sierplant met vuurrode bloemen (Kniphofia aloides.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Vuurpijl

(1), uitvoeringsvorm van vuurwerk* waar bij lichtende massa’s door middel van explosieve stoffen de lucht ingedreven worden, z ook Raketten; (2) (Kniphofia uvaria), plant uit de Leliefam. met talrijke tot 1 m lange bladeren. Bloemtros met honderden, dicht tegen elkaar geplaatste zeszijdige oranje bloemen. Afk. uit Kaapland. Veel gekweekt in p...