vuurpijl
1) (1958) (voetb.) hoge bal. • De tienduizend kijkers bij de wedstrijd NOAD —Feyenoord hebben weinig vuurpijlen (zoals men hoge ballen in voetbaljargon pleegt te noemen) gezien — ondanks Koninginnedag —, maar na de rust aan trekkelijk voetbal. (Nieuwsblad van het Zuiden, 01/05/1958) 2) (1984) (meerv.) (Vlaanderen, inf....