Voorkomend
bn. (-er, -st), tegemoetkomend, vriendelijk, gedienstig: een voorkomend man ; iem. voorkomend behandelen.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), tegemoetkomend, vriendelijk, gedienstig: een voorkomend man ; iem. voorkomend behandelen.
Wiktionary (2019)
voorkomend - Bijvoeglijk naamwoord 1. hoffelijk, vriendelijk 2. gebeurend, zich voordoend voorkomend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanvoorkomen
Muiswerk Educatief (2017)
voorkomend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: voor-ko-mend 1. met goede manieren, zoals het hoort ♢ haar baas gedraagt zich altijd erg voorkomend Bijvoeglijk naamwoord: voor-ko-mend ... is voorkomender dan ......
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., freonlik, bihelpsum, minlik; iem. — ontvangen, immen lette en sette, hoaije en troaije.
M. J. Koenen's (1937)
1. voor'komend; bn., zie opdoende, zie voordoende: bij voorkomende gelegenheden; bij voorkomend geval; 2. voorko'mend, bn., bw., hulpvaardig, vriendelijk: een voorkomend bediende; iem. voorkomend behandelen, zij sprak voorkomend, minzaam.
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. 1. ('vo:r) bn. zich voordoend : bij -e gelegenheden. 2. ('ko:mənt) bn. en bw. (-er, -st) gedienstig, hulpvaardig, vriendelijk, minzaam : een bediende; iemand behandelen.
J.H. van Dale (1898)
VOORKOMEND - bn. (-er, -st), innemend, vriendelijk, gedienstig : een voorkomend man; iem. voorkomend behandelen; — gebeurlijk : bij voorkomende gevallen; bij voorkomende gelegenheid, als de gelegenheid zich voordoet. VOORKOMENDHEID, v. vriendelijkheid, minzaamheid, gedienstigheid; dienstbetoon.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: