tript
tript - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trippen ♢ Jij tript 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trippen ♢ Hij tript 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van trippen ♢ tript!
Wiktionary (2019)
tript - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trippen ♢ Jij tript 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trippen ♢ Hij tript 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van trippen ♢ tript!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: