Wat is de betekenis van tript?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tript

tript - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trippen ♢ Jij tript 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trippen ♢ Hij tript 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van trippen tript!