Wat is de betekenis van Sterk in den mond en zwak in de handen.?

2025-07-28
Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal

P. J. Harrebomée (1858)

Sterk in den mond en zwak in de handen.

[In denzelfden zin zegt men van een’ goed’ eter, die weinig werk verrigt: Stijf in de kaken, slap in de zaken].