speelde uit
speelde uit - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van uitspelen ♢Ik speelde uit ♢Jij speelde uit ♢Hij, zij, het speelde uit
Wiktionary (2019)
speelde uit - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van uitspelen ♢Ik speelde uit ♢Jij speelde uit ♢Hij, zij, het speelde uit
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: