Wat is de betekenis van spaarzaamheid?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPAARZAAMHEID

v., deugd van het sparen.

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

spaarzaamheid

(1971) (euf.) schraapzucht. • Met ‘spaarzame knieën’ wordt ofwel de schraapzucht (eufemistisch als spaarzaamheid aangeduid) van de hele persoon op een deel ervan overgedragen (pars pro toto) ofwel wordt het gebrek aan piëteit (de schaarse kniebuigingen) van de kerkdienaar op de korrel genomen. (Forum der Letteren. Jaargan...

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Spaarzaamheid

s., kloekens, sunigens.