Wat is de betekenis van smeerboel?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

smeerboel

smeerboel - zelfstandig naamwoord uitspraak: smeer-boel 1. rommelige, vieze boel ♢ het was een smeerboel op het aanrecht Zelfstandig naamwoord: smeer-boel de smeerboel Synoniemen bende, mikmak, puinhoo...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

smeerboel

vuil boel (toestand).

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SMEERBOEL

m., vuile boel.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

smeerboel

m. vuile boel.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)