Sip
Zie Sibe
Muiswerk Educatief (2017)
sip - bijvoeglijk naamwoord 1. een beetje verdrietig omdat je teleurgesteld bent ♢ hij keek erg sip toen hij weer werd uitgeloot Bijvoeglijk naamwoord: sip Synoniemen beteuterd
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. met kleine teugjes drinken; lepp(er)en, slurpen; (in)zuigen; II. nippen (aan at); III. teugje.
M. J. Koenen's (1937)
1. bn. (bedrukt, mismoedig, teleurgesteld): dat sippe gezicht, die ter neder geslagen ogen; 2. bw. in de zegsw. sip kijken, zien, bedrukt, mismoedig, op zijn neus kijken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: