Pinker
m. (-s), 1. iem. die pinkoogt; 2. (meestal mv.) ooghaar, wimper: een traan trilde aan haar pinkers.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. iem. die pinkoogt; 2. (meestal mv.) ooghaar, wimper: een traan trilde aan haar pinkers.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
knipperlicht; richtingaanwijzer. oranje of geel, knipperend licht van een gemotoriseerd voertuig dat gebruikt wordt om richting aan te geven en soms als waarschuwingssignaal dient; knipperlicht; richtingaanwijzer; richtingwijzer. Wordt in het meervoud (vier pinkers) ook voor 'alarmlicht' gebruikt. Voorbeelden: Uit ee...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
richtingaanwijzer De politierechter baseert zich op artikel 19 van de wegcode. 'Dat zegt duidelijk dat je ruim op tijd je pinkers moet gebruiken, en dat je een beetje moet voorsorteren.' (Het Nieuwsblad) Het woord 'pinker' is heel gewoon in gesproken Belgisch-Nederlands, maar ik heel zeldzaam in geschreven tekste...
Peter Bakema (2003)
(de, -s), pinkerlicht (het, -en), pinklicht (het, -en) richtingsaanwijzer, knipperlicht. Buurtbewoners protesteerden zaterdag in stilte op het dodelijke kruispunt, omdat de lichten niet behoorlijk functioneerden en reeds drie weken het oranje pinklicht tonen. - HN, 15-07-2002.
Jozef Verschueren (1930)
(‘pinkər) m. (-s) I. [→ pink [III 1] puntig houtje dat bij een jongensspel op een steen wordt gelegd en in de lucht geslagen. II. [→ pinken (I 1)] 1. Eig. hij die pinkt. 2. meestal mv. Metn. oogharen, wimpers: een traan trilde aan haar -s.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: