Pijpkaneel
1. o., kaneel in bast; 2. v., pijp kaneel, in de zegsw.: de wereld is een pijpkaneel, elk zuigt er aan en krijgt zijn deel (maar krijgt niet veel).
Van Dale Uitgevers (1950)
1. o., kaneel in bast; 2. v., pijp kaneel, in de zegsw.: de wereld is een pijpkaneel, elk zuigt er aan en krijgt zijn deel (maar krijgt niet veel).
Marc De Coster (2020-2025)
(2008) (sch.) mannelijk geslachtsdeel. Omdat eraan gezogen wordt. Denk aan de uitdrukking 'de wereld is een pijpkaneel, elk zuigt eraan en krijgt zijn deel of maar krijgt niet veel pijp kaneel'. • Volgens de letterkundige Hans van Straten noemde men in de Middeleeuwen de penis de caulis, ofwel de ‘stengel’, gericht op de stijve toe...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m./o., 1. kaneel in bast; 2. pijp kaneel, in de zegsw.: de wereld is een pijpkaneel, elk zuigt eraan en krijgt zijn deel.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: