piepjanknor, pietjanknor
piepjanknor, pietjanknor - in de verb. gaan, van de zijn, gemoedelijke aanduiding van de geslachtelijke omgang (endt).
Hans Heestermans (1977)
piepjanknor, pietjanknor - in de verb. gaan, van de zijn, gemoedelijke aanduiding van de geslachtelijke omgang (endt).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: