Wat is de betekenis van opsodemieteren?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

opsodemieteren

(1946) (plat) weggaan; ophoepelen. Voornamelijk imperatief: sodemieter op! • Sodemieter op sikreet! (H. van Aalst: Onder martieners en bietsers. 1946) • Ópsoodemietere, er vandoor gaan. Soodemieter óp!, maak dat je wegkomt! (S. Keyser: Het Tessels. Inleiding, vocabulaire en teksten. 1951) • Als ik zeg sodemieter op e...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opsodemieteren

opsodemieteren - regelmatig werkwoord uitspraak: op-so-de-mie-te-ren 1. weggaan (plat) ♢ maak dat je wegkomt, opgesodemieterd! Regelmatig werkwoord: op-so-de-mie-te-ren ik sodemieter op (... ik opsodemieter)...

2024-04-25
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

opsodemieteren

De verwensing sodemieter op! of opsodemieteren! betekent ‘maak dat je wegkomt’. Zij wordt gebruikt in geval van verontwaardiging, boosheid, woede. De verwenser wil een aangesprokene zijn wil opleggen, vandaar de gebiedende wijs.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opsodemieteren

(is opgesodemieterd), (gemeenz.) opdonderen.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)