met de poepers zitten
(19e eeuw) (ook: de poepers hebben, met de poepers lopen) (Vlaanderen, inf.) bang zijn. • De poepers of het aan de poepers hebben bet. in Br. hetzelfde als in VI. : met de poepers zitten, d. i. verlegen, bevreesd , benauwd zijn. (Lodewijk Willem Schuermans e.a.: Algemeen Vlaamsch idioticon. 1870) • Met de poepers zitten, met angst zitte...