Wat is de betekenis van kuipertjesmaandag?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

kuipertjesmaandag

(19e eeuw) (Ned. Vlaardingen) uitgaansdag; dag dat er niet gewerkt maar gedronken wordt. • Kuipertjesmaandag, zst. m. Uitgaansdag, even als Crispijnsdag voor de schoenmakers. (Noord en Zuid. Jaargang 3. 1880: Het dialect te Vlaardingen) • Eens bezocht hij een weduwe. Het was Maandagmiddag. Kuipertjes-Maandag. Oud-Vlaardingers kennen dat...

Gerelateerde zoekopdrachten