krijtschijter
(1935) (Barg.) bangerd; angsthaas. In het Leids dialect ook gebruikt voor een knikker van inferieure kwaliteit. • bangerik krijtschijter, schijtvink, tippelaar op klompen. (J.G.M. Moormann: De geheimtalen: Bronnenboek. 1934) • We magge nog blij zijn, dat we die krijtschijter kwijt zijn. (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar. 1935) &...