Wat is de betekenis van krijtschijter?

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

krijtschijter

(1935) (Barg.) bangerd; angsthaas. In het Leids dialect ook gebruikt voor een knikker van inferieure kwaliteit. • bangerik krijtschijter, schijtvink, tippelaar op klompen. (J.G.M. Moormann: De geheimtalen: Bronnenboek. 1934) • We magge nog blij zijn, dat we die krijtschijter kwijt zijn. (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar. 1935) &...

2025-07-29
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

krijtschijter

(Bargoens) bangerd; angsthaas. We magge nog blij zijn, dat we die krijtschijter kwijt zijn. (Willem van Iependaal, Polletje Piekhaar, 1935)

Gerelateerde zoekopdrachten