krant: gekreukelde krant
(Amsterdam) iemand die er verfomfaaid uitziet. Ben je nou tevreden, ouwe gekreukelde krant? (Jan Mens, Er wacht een haven, 1950) Ook ‘gekreukelde krant’ voor iemand die niet recht van lijf en leden is, is niet van humor ontbloot. (Jan Berns, Hij zeit wat. De Amsterdamse volkstaal, 1993)