Wat is de betekenis van kleretroep, klerezooi?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

kleretroep, klerezooi

(1935) (inf.) rommel; rotzooi. • ‘Heel de keleerezooi an zukke kleine bonkies de lucht in,’ schreeuwde ie, ‘an puinpoeier! Hoor ie 't Pol! An puinpoeier!’ (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar, 1935) • En uiterlijk? Ook een beetje anders natuurlijk. Wat meer klerezooi rondom de tent, vanwege de verschrikkelijke...

Gerelateerde zoekopdrachten