kanonloop, kanonsloop
(1979) (inf.) mannelijk geslachtsdeel (in erectie). Woorden om seksualiteit te beschrijven komen voornamelijk uit de oorlogvoering. Zie bijv. ook ram* en stootram*. Syn.: mast*; ODOL*; tent*. • Hij wou haar bij het hoofd grijpen zodat hij zijn kanonloop tot helemaal achterin haar warrelende tong kon begraven. (Feministische uitgeverij Sara: Vo...