Wat is de betekenis van hapering?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hapering

hapering - Zelfstandignaamwoord 1. mankement Mijn fiets heeft nu al 30.000 km gereden zonder al te grote haperingen. 2. aarzeling De jongen kon zonder haperingen alle hoofdsteden van Europa opnoemen. Nogmaals, wie he...

2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

hapering

(de, -en) moeilijkheid, probleem, onderbreking: zonder haperingen De omzetcurve toont sinds de eerste dag een stijgende lijn, met een kleine hapering in 1990. Toen verwoestte een zware brand de bedrijfsinfrastructuur, maar de familie noch de medewerkers legden zich bij de ramp neer. - FET, 28-12-2002.

2024-04-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

hapering

Moeilijkheid, probleem (bij handelingen of werkingen); ook: onderbreking; zonder haperingen, vlot, zonder onderbrekingen, zonder storende gebeurtenissen; de voorstelling was helemaal zonder haperingen. Er kunnen natuurlijk wel eens een paar „haperingskes” gebeuren... maar ja, al doende leert men, Vrouw en Wereld jun...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

hapering

iets wat hinder, strem, vassteek, ens.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hapering

s., hapering.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hapering

v. (-en), abstr. en coner.