Wat is de betekenis van grootgraaier?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

grootgraaier

(1997) (pej.) hebzuchtig persoon; iemand die zoveel mogelijk geld wil verdienen. Syn.: poenpakker*. • Het lijkt onvermijdelijk dat na de verkiezingen dezelfde politici aan de macht terugkeren die eerst als grootgraaiers te kijk werden gezet. (de Volkskrant, 27/01/1997) • Ik mag die grootgraaiers en hun liberale koelies in Den H...

Gerelateerde zoekopdrachten