Grondstem
v. (-men), 2. (org.) liet geluid van de zwaarste pijpen van een orgel: — ook de pijpwerken waardoor de grondstemmen worden voortgebracht.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-men), 2. (org.) liet geluid van de zwaarste pijpen van een orgel: — ook de pijpwerken waardoor de grondstemmen worden voortgebracht.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Grondstem - de baspartij in composities uit den generaal-bas-tijd (J. Albert Ban, 17e eeuw, noemde de continuo-bas de „gemeene grondstem”). In het orgel noemt men g. de spelen, welke den toon (of een van zijn octaven) geven overeenkomstig den neergedrukten toets, in tegenstelling tot de quint-, terts- of mixtuur-registers. Meestal wordt...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-men), 1. (muziek) de baspartij of laagste partij; 2. het geluid van de zwaarste pijpen van een orgel; ook het hoofdwerk, voortbrenger van de grondstemmen.
J.H. van Dale (1898)
GRONDSTEM, v. (-men), (muz.) de baspartij of laagste partij; — (org.) het geluid van de zwaarste pijpen van een orgel; — (ook) de pijpwerken waardoor de grondstemmen worden voortgebracht.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: