Wat is de betekenis van Grondstelling?

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Grondstelling

in de wiskunde: axioma.

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

grondstelling

stelreël, grondreël.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grondstelling

v. (-en), 1. fundamentele stelling van een leer, hoofdwaarheid; 2. stelregel, grondregel; 3. (wisk.) stelling die geen bewijs behoeft, axioma.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

grondstelling

v. grondstellingen (hoofdstelling, hoofdwaarheid, axioma).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grondstelling

v. (-en) stelling waarop de andere stellingen gegrond, gevestigd zijn nl. 1. hoofdwaarheid van een leer. 2. stelregel. 3. Wisk. stelling die niet bewezen wordt. Syn. axioma.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

grondstelling

v. (-en), 1. fundamentele stelling van een leer, hoofdwaarheid; 2. stelregel, grondregel; 3. (wiskunde) stelling die geen bewijs behoeft, axioma.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grondstelling

GRONDSTELLING, v. (-en), fundamenteele stelling eener leer, hoofdwaarheid; — (ook) stelregel, grondregel; — (wisk.) stelling die geen bewijs behoeft, axioma,