Wat is de betekenis van groenteboeren?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

groenteboeren

(W.O. I) (Vlaanderen, sold.) zie citaat. • Groenselboeren of Groenteboeren. Vl. voor Stafofficieren die in de beginperiode van de oorlog nog een groen uniform droegen. (P.J. Cornelissen & J.-B. Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch Dialect. 4 delen. 1899-1906)

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

groenteboeren

groenteboeren - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord groenteboer

Gerelateerde zoekopdrachten