Wat is de betekenis van Grabbelaar?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

grabbelaar

(1993) voetb.) slechte keeper. • De 35-jarige Grobbelaar, jarenlang de spectaculaire grabbelaar bij Liverpool maar tegenwoordig op de reservebank, verwacht een dezer dagen het resultaat van een hersenonderzoek. (het Parool, 11/03/1993) • Van Breukelen ontwikkelde zich van een Biltse grabbelaar tot een internationaal gelouterde vedette. (...

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grabbelaar

m. (-s), 1. iemand die grabbelt; 2.(Zuidn.) vrek.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grabbelaar

GRABBELAAR, m. (-s), iemand die grabbelt; (Zuidn.) vrek (ook) benaming van zeker gezelschapsspel. GRABBELAARSTER, v. (-s).