Wat is de betekenis van Goochelarij?

2024-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Goochelarij

s., gûchelderij, gûchelspul (it).

2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

goochelarij

v. goochelarijen (het goochelen; goochelkunstje).

2024-03-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

goochelarij

v. (-en) 1. Eig. het goochelen. 2. Metf. bedrieglijke kunstgreep.

Wil je toegang tot alle 5 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

goochelarij

v., 1. de kunst van goochelen; (fig.) met teksten; 2. (-en), bedrieglijke kunstgreep, goocheltoer.