goffie
1) (1917) (Westfries?) stootje. • Nu moet Kees Wit 't ontgelden, die wat ziet schinteren (schitteren) op straat en op een drafje er heen loopt, gevolgd door de anderen, die hem een goffie (stootje) geven, zoodat hij stroffelt (struikelt) en tengevolge daarvan zijn mes strooit (verliest), ... (Jac. van Ginneken: De regenboogkleuren van Nederlan...