Wat is de betekenis van gehannes?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gehannes

(19e eeuw) (inf.) gezeur; gebeuzel; geknoei. • Al dat gehannes over die arbeiders... (de Groene Amsterdammer, 29/08/1909) • Als ik alleen maar denk aan Ella's gehannes vanmiddag, dan zie ik bloed. (Cissy van Marxveldt: Een zomerzotheid. 1927) • Al dat gehannes over ’n bondje zus en ’n bondje zo geeft gee...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gehannes

gehannes - Zelfstandignaamwoord 1. onhandig gedoe, gepruts Woordherkomst Naamwoord van handeling van hannesen met het voorvoegsel ge- Verwante begrippen hannes

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gehannes

GEHANNES, o. gewouwel, geklets; gezeur.