Fama, malum, qua non aliud velocius ullum: mobilitate viget, vires acquirit eundo, parva metu primo, mox sese attollit in auras, ingrediturque solo et caput inter nubila condit
De Faam, door geen ander kwaad overtroffen in snelheid, is krachtig door haar beweeglijkheid, en al voortgaande groeit zij steeds aan, klein in het begin en schuchter, maar dan verheft zij zich in het luchtruim, en dan schrijdt zij over de grond en bergt haar hoofd in de wolken. VERGELIUS, Aenvis 4. 173.