Duinhagedis
v., Lacerta agilis.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
inheemse hagedis. kleine maar stevig gebouwde hagedis met een relatief flinke kop met een stompe snuit, als mannetje met groene flanken en poten en als vrouwtje bruingrijs gevlekt, die leeft op zandgronden met lage vegetatie verspreid over grote delen van Europa en Azië, waaronder Nederland en België; zandhagedis. Voorbeelden:...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
drs. L.A. Beeloo (1981)
algemeen op heiden en in duinen. De tong is duidelijk gevorkt. Het wijfje is bruin en het mannetje bruin met groene flanken; zie hagedissen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-sen), (ook: zandhagedis) hagedissesoort. De duinhagedis, Lacerta agilis, is een van de vier in Nederland en België voorkomende soorten hagedissen. Het is de grootste inheemse soort, die wel 25 cm lang kan worden (de helft is staart). De kleur is nogal variabel en hangt af van leeftijd, geslacht en herkomst. Over het algemeen zijn de wi...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: