Wat is de betekenis van drol (3)?

2025-07-29
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

drol (3)

(meestal voorafgegaan door kleine) onbeduidend persoon. ‘Nou, vreet me maar niet op, kleine drol!’ lachte de kanonnier, goedig. (A.M. de Jong, Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928)