Wat is de betekenis van dolmgozer?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

dolmgozer

(1914) (Barg.) straatzwabber; versufte kerel. • Peese op de dolmgoosers!... sloeg Riek wild uit en ze klonk haar bierglas tegen Koosje's jeneverkelkje aan. (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 2: Van Nes en Zeedijk. 1914)

Gerelateerde zoekopdrachten