Wat is de betekenis van complexloos?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

complexloos

zonder er een complex van te krijgen. zonder er een complex van te krijgen; zonder er emotioneel of geestelijk last van te hebben; zonder er zich voor te schamen; onbevangen; ook: zonder dat het een complex oplevert; zonder problemen; probleemloos. Voorbeelden: Gerard is ondertussen al heel wat jaartjes getrouwd, met een vrouw die ni...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

complexloos

complexloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder emotionele of geetelijk last van de krijgen Het overlijden van haar ouders is complexloos verlopen. 2. onbevangen, eenvoudig, gemakkelijk, probleemloos Hij was een complexloze man. Woordherkomst...