compiesvader
(1914) (sold.) kapitein. • Compiesvader: kapitein. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914) • Het was, alsof de kapitein, die als een ware compies-vader over zijn mannen waakte, er weet van had gehad: (Nieuwsblad van het Noorden, 01/03/1940)