Coiffeur
m. (-s), kapper.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
kapper. Voorbeelden: Hij wiebelde met zijn rechtervoet en schudde voor de zoveelste keer met een vervaarlijke knik het haar uit zijn ogen. 'Zou het toch niet goed zijn om eens naar de coiffeur te gaan,' vroeg ik, om van het onderwerp af te zijn, 'uw ogen zien er een beetje ontstoken uit.' 'De wijven zijn zot v...
Wiktionary (2019)
coiffeur - Zelfstandignaamwoord 1. (formeel) (beroep) kapper, friseur Woordherkomst Naamwoord van handeling van coifferen met het achtervoegsel -eur Synoniemen haarsnijder Verwante begrippen coiffure, mannelijke vorm van coiffeuse
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
kapper (informeel) Er is maar één plek waar een mens meer geheimen hoort dan in de biechtstoel, en dat is bij de coiffeur. (Marita de Sterck, Valavond) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 4 Vlaamsheid: 3
Walter De Clerck (1981)
Kapper. De coiffeur die me kwam opknappen rond 3 u. brengt me een kleine boodschap van L.S., BROUNS 1951, 213. Mijnen coiffeur is ferm duur, maar het schoonheidsinstituut, dat is nog erger, Uitzending BRT 23/3/1980. Opm.: In de standaardt., evenals coiffeuse en coiffure, uitsl. als reclame- en etalagenaam; in de alg. s...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: