Wat is de betekenis van burgo?

2025-07-21
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

burgo

(1989) (jeugd) burgerlijk persoon. • (Marc Hofkamp & Wim Westerman: Aso’s, bigi’s, Crimi’s. Jongerentaalwoordenboek. 1989) • (C.A.J. Hoppenbrouwers: Jongerentaal: de tipparade van de omgangstaal. 1991) • Het boek signaleert zon 45 000 woordbetekenissen, met behulp van een computer geselecteerd uit de vertaalwo...

2025-07-21
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

burgo

(jeugdtaal) burgerlijk, conservatief persoon. Sedert eind twintigste eeuw. Vgl. buma. Fransen noemen zo iemand een beauf.

2025-07-21
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Burgo

Burgo - zie PACIOLI.

2025-07-21
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Burgo

stad in de spaansche prov. Malaga, aan den Guadiaro; 2600 inw.