Wat is de betekenis van brandbaar?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Brandbaar

bn. (-der, -st), vatbaar voor verbranding, kunnende branden: benzine is zeer brandbaar.

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

brandbaar

brandbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. de potentie hebben te kunnen branden Kerosine is een zeer brandbare vloeistof. Woordherkomst Naamwoord van handeling van branden met het achtervoegsel -baar Antoniemen onbrandbaar

2025-07-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

brandbaar

brandbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: brand-baar 1. wat kan branden ♢ de stof van deze gordijnen is erg brandbaar Bijvoeglijk naamwoord: brand-baar ... is brandbaarder dan ... het...

2025-07-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

brandbaar

vlambaar.

2025-07-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Brandbaar

adj., brânber.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Brandbaar

bn. (-der, -st), vatbaar voor verbranding: benzine is zeer brandbaar.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Brandbaar

BRANDBAAR, bn. (-der, -st), vatbaar voor verbranding, kunnende branden: benzine is zeer brandbaar, BRANDBAARHEID, v.

2025-07-26
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)