Brandbaar
bn. (-der, -st), vatbaar voor verbranding, kunnende branden: benzine is zeer brandbaar.
Wiktionary (2019)
brandbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. de potentie hebben te kunnen branden ♢ Kerosine is een zeer brandbare vloeistof. Woordherkomst Naamwoord van handeling van branden met het achtervoegsel -baar Antoniemen onbrandbaar
Muiswerk Educatief (2017)
brandbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: brand-baar 1. wat kan branden ♢ de stof van deze gordijnen is erg brandbaar Bijvoeglijk naamwoord: brand-baar ... is brandbaarder dan ... het...
J.H. van Dale (1898)
BRANDBAAR, bn. (-der, -st), vatbaar voor verbranding, kunnende branden: benzine is zeer brandbaar, BRANDBAARHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: