Wat is de betekenis van Bootshaak?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bootshaak

m. (...haken), 1. lange stok met een ijzeren haak en een ijzeren punt er naast om boten en sloepen naar zich toe te halen of af te duwen. 2. zekere vis (Silurus callichthys), die enigermate kan lopen, dregdolfjjn.

2025-07-22
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bootshaak

m. bootshaken (lange stok met ijzeren punt en weerhaak, om een schip voort te duwen).

2025-07-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bootshaak

m. (...haken) stok met punt en weerhaak, om een boot voort te duwen.

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bootshaak

BOOTSHAAK, m. (...haken), lange stok met een ijzeren haak en eene ijzeren punt ernaast om schuiten, booten en sloepen voort te duwen; — zekere visch (silurus callichthys), die eenigermate kan loopen, dregdolfijn; — zekere schelp (strombus chiragra), met haaksgewijze omgekromden staart, ook duivelsklauw genoemd.

2025-07-22
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-22
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten