Wat is de betekenis van Bloementaal?

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bloementaal

v., bloemenspraak.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bloementaal

v. (zinnebeeldige taal door middel van bloemen), als: roos, liefde; lelie, onschuld.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bloementaal

('bloemən) v. → bloemenspraak.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bloementaal

v./m., bloemenspraak.

2024-04-30
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Bloementaal

of Bloemensym’boliek. De uit het oosten afkomstige kunst om door middel van bloemen gedachten uit te drukken, waarbij aan een bloem een of andere beteekenis wordt toegekend; zoo stelt de acacia vriendschap, ook wel platonische liefde voor, de acanthus of berenklauw de schoone kunsten, de aehillea oorlog, de addertong jaloezie, de adonis treur...