blessurevrij
zonder blessures. vrij van blessures; zonder blessures; niet geplaagd door blessures. Voorbeelden: 'De bankspelers moesten ritme opdoen', verklaarde de coach de strategie. 'Bovendien wilde ik mijn sleutelspelers blessurevrij houden en anderen vrij van gele kaarten.' Meppeler Courant, 1994 Alle spelers kwam...