bepokmokt
(18e eeuw) een geslachtsziekte opgelopen hebben. Iemand met syfilis was pokdalig en men noemde hem een pokmok. Hij moest zich onder behandeling stellen van een pokmeester of pokmokmeester. Vgl. ook aangebrand*. • Geen duvel kan het haar beletten, Dat fy niet fulke maats befmetten, Met haar bepokmokt onderlijf, Dats weer voor Dreffer...