Wat is de betekenis van beginner?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beginner

beginner - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die nog maar net iets gaan beoefenen Hij schreef een bridgecursus voor beginners. Woordherkomst afgeleid van beginnen met het achtervoegsel -er Synoniemen beginneling

2024-04-26
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

beginner

Een beginnende of onervaren bridger.

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

beginner

iem. wat iets begin.

2024-04-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Beginner

beginner, beginneling.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beginner

m. (-s), die begint, aanvangt; beginneling: dat boek is voor beginners te moeilijk; — aanlegger: de beginner van een twist.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Beginner

m. (-s), die begint; beginneling: dat boek is voor beginners te moeilijk; aanlegger: de beginner van de ruzie.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Beginner

BEGINNER, m. (-s), BEGINSTER, v. (-s), die begint, aanvangt; ondernemer, onderneemster; aanlegger de beginner van een twist.