Apenrok
m. (-ken).
Marc De Coster (2020-2025)
(17e eeuw) (inf.) kort jasje (waarmee men destijds een aap op kermissen uitdoste); (spot.) uniform. Het WNT citeert o.a. P.C. Hooft: "R. Jy hebt mijn vader wel gekent …, Die een man vande oude wet was, effen en goedt. W. Soud' ick niet? wy sijn in één buert opevoet. Doen hy dusschen jongen was, droech hy al kammelotte aepsrocke...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
m. (-ken), ...HOKJE, o. (-s), kort rokje waarmee men een aap uitdost; — nauwsluitend jasje met korte panden; — zeker lang kleedingstuk voor zeer kleine kinderen (lijfje en rokje uit één stuk); ...RAS, o. (-sen); ...SNOET, m. (-en), (gemeenz.) apenbakkes.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: