Wat is de betekenis van APENROK?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Apenrok

m. (-ken).

2025-07-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

apenrok

(17e eeuw) (inf.) kort jasje (waarmee men destijds een aap op kermissen uitdoste); (spot.) uniform. Het WNT citeert o.a. P.C. Hooft: "R. Jy hebt mijn vader wel gekent …, Die een man vande oude wet was, effen en goedt. W. Soud' ick niet? wy sijn in één buert opevoet. Doen hy dusschen jongen was, droech hy al kammelotte aepsrocke...

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

APENROK

m. (-ken), ...HOKJE, o. (-s), kort rokje waarmee men een aap uitdost; — nauwsluitend jasje met korte panden; — zeker lang kleedingstuk voor zeer kleine kinderen (lijfje en rokje uit één stuk); ...RAS, o. (-sen); ...SNOET, m. (-en), (gemeenz.) apenbakkes.

Gerelateerde zoekopdrachten