Gepubliceerd op 04-05-2021

Scapino ballet

betekenis & definitie

Balletgroep voor de jeugd, gevestigd te Amsterdam en opgericht in 1945 door Hans Snoek en Abraham van der Vies. De oprichters wilden Nederland, dat geen ballettraditie kende, voor hun kunst warm maken.

Daarom stelden ze zich ten doel bij de jeugd te beginnen daar zij het publiek van de toekomst vormt. Bovendien constateerde men dat de jeugd een volkomen verwaarloosde groep binnen het theater was. Met steun van het dagblad Het Parool werden de eerste voorstellingen gerealiseerd. Toen het gezelschap in 1946 ondergebracht werd in de Stichting Scapino Ballet, verkreeg men financiële ondersteuning van de gemeente Amsterdam en het Prins Bernhardfonds. Wanneer het Scapino Ballet later een meer landelijke functie kreeg, kwam daar nog subsidiëring door het Rijk en de provinciale overheden bij. Gedurende het artistiek beleid van Hans Snoek richtte het gezelschap zich vooral op de leeftijdsgroep van 6 tot 12 jaar.

De balletten die op het repertoire stonden, hadden veelal een sterk verhalend karakter en werden tijdens de voorstellingen op speelse wijze ingeleid en aan elkaar gepraat door een ten tonele gevoerde Scapino figuur. De meeste koreografieën uit de beginperiode werden geschreven door Hans Snoek, Jan Rebel, Karei Poons en Albert Mol. Bij de keuze van onderwerpen voor de balletten werd zoveel mogelijk ingehaakt op actuele gebeurtenissen, om op die manier de jeugd kennis te laten nemen van allerlei sociale en maatschappelijke aspecten. Het tekort aan papier in de eerste jaren na de oorlog resulteerde bijvoorbeeld in het ballet Papiernood (Hans Snoek, 1946). Een landelijke actie voor schonere straten werd ondersteund met het ballet Opgeruimd staat netjes (Kit Winkel en Wim Bender, 1962). De noodzaak van verkeersveiligheid kwam tot uiting in De knappe zebra (Fred Wisden, 1966) en in datzelfde jaar werd het jeugdige publiek geconfronteerd met de problematiek rond de rassendiscriminatie in Ineke Sluiter’s ballet Een negermeisje gaat naar school.

In 1959 werd de Scapino Dansacademie opgericht. In 1964 werd ze een van de zes door het Rijk erkende en gesubsidieerde instituten voor balletopleiding. (Sinds een aantal jaren bestaat de binding met het balletgezelschap niet meer en is de academie ondergebracht in de Theaterschool te Amsterdam.)In 1970 verliet Hans Snoek het Scapino Ballet. Zij werd opgevolgd door Armando Navarro en Aart Verstegen. Deze wisseling van leiding bracht tevens een verandering in het artistiek beleid mee. Men is nu de mening toegedaan dat men kinderen ook meer ‘volwassen’ balletten kan laten zien en dat bijvoorbeeld abstracte werken niet bij voorbaat als ongeschikt voor kinderen moeten worden beschouwd. Bovendien kan men met een repertoire van volwassener werken ook de groep jeugdigen tussen 12 en 16 jaar bereiken. Een en ander brengt mee dat nu werken van Hans van Manen (Ajakaboembie, Assortimento), Charles Czarny (Concerto Grosso, Bach-Brandenburg-Drie) en zelfs van Maurice Béjart (Ah! vous dirais-je Maman) op het repertoire staan.

Tevens heeft het Scapino Ballet twee klassieke standaardwerken op het repertoire genomen nl. Coppélia en De notekraker (beiden in een koreografie van Armando Navarro). Naast de theatervoorstellingen van het gezelschap worden ook demonstraties in scholen gegeven door een afzonderlijke groep dansers, die behoren tot Scapino 10. De dansers van deze groep geven in de scholen voorbeel-

den van de verschillende dansvormen en de leerlingen worden daarbij aangezet mee te doen. Elementaire begrippen als tijd, ruimte en dynamiek worden verduidelijkt en vaak wordt op een bepaald thema een werkstuk gemaakt. Deze demonstraties gaan meestal vooraf aan een te bezoeken voorstelling in een schouwburg. Het Scapino Ballet geeft ook regelmatig voorstellingen die niet in de eerste plaats op de scholieren afgestemd zijn en die bekend staan onder de naam ‘familievoorstelling’.

Het Scapino Ballet dat inmiddels internationale faam heeft verworven, bezocht in de loop van het bestaan vele landen waaronder België, Duitsland, Engeland, Italië, Joegoslavië, Noorwegen, Tsjechoslovakije en de Verenigde Staten (waar o.a. voor het Witte Huis werd opgetreden). Op initiatief van het Scapino Ballet verschenen ook enkele kinderboeken over dans zoals De korting danst geschreven door Mies Bouhuys in 1955 en Het uur der Scapinezen in 1968 geschreven door Ann Rutgers van der Loeff.

Zie ook: Nederland, ballet in.

Bert Westra