Geboren te Rotterdam 1906. Begon haar dansopleiding als kind reeds bij Angèle Sydow.
Na haar eindexamen in het gymnasium vervolgde ze haar dansstudie bij de Wigmanschule en de Schule Hellerau-Laxenburg. In 1927 behaalde ze haar diploma danspedagogie aan de Wigmanschule. Zij was van 1927 tot 1928 leidster van lekencursussen te Chemnitz. In 1928 kreeg ze de leiding van de Wigmanschule te Maagdenburg. Ze gaf solovoorstellingen van ca. 1927 tot 1940. In 1931 keerde Hartong naar Nederland terug en richtte samen met Gertrud Leistikov een dansafdeling aan het Rotterdamse Conservatorium Holthaus op.
In 1935 ging deze dansafdeling over naar de Maatschappij voor Toonkunst. Ze stelde al voor 1940 een Nederlands Dansexamen in. Ze richtte in 1954 de Rotterdamse Dansacademie op die in 1964 gesplitst werd in een beroepsen een amateurafdeling en in datzelfde jaar een gemeentelijke instelling werd. In 1964 trok ze zich terug als directrice en werd opgevolgd door Nel Roos. Ze bleef wel als pedagoge voor dansgeschiedenis, ritmiek, compositie en pedagogie aan deze instelling verbonden tot 1967. Ze werd in 1967 aangesteld als directrice van de stichting Centraal Dansberaad, een overlegorgaan voor alle sectoren van de dans.
Corrie Hartong heeft zich vanaf het begin van haar carrière volledig ingezet voor de bevordering van het dansonderwijs en het wekken van belangstelling voor dans in het algemeen. Zij gaf vele lezingen en schreef een groot aantal artikelen. In 1948 verscheen haar boek over danspedagogie Danskunst (Sijthof, Leiden) en in 1959 een boekje voor kinderen Mijn balletboek (Gottmer, Haarlem). Tot haar belangrijkste koreografieën behoren Valses Nobles et Sentimentales (1940), Aubade (1947) en Danse Sacrée et Danse Profane (1947). Corrie Hartong is Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Ze ontving in 1963 de Penning van de Leuve van de Rotterdamse Kunststichting en is erelid van de Nederlandse Beroepsvereniging van Danskunstenaars, waarvan zij een van de stichtsters is.