In China periode v.d. verdeling tussen een opeenvolging van dyn. in het Z. (Hoofdst. Nanking) en de T’o-paWei dyn. in het N. (386-557).
In hetZ. heersen de volgende dyn.: O. Chin.: 317-420: Liu Sung: 420-479; Z. Ch’i: 479-502: Liang: 502-557; Ch’ên: 557-589. Deze periode van verdeling is bijzonder belangrijk vanwege de opkomst v.h. Buddhisme, dat in deze tijd ook artistiek een grote bloei beleefde.