voorspeller.
iemand die door toegeschreven of voorgewende bijzondere gaven en vaak door beroep op magische krachten de toekomst voorspelt en verborgen zaken onthult; voorspeller.
Voorbeelden:
Zo "regeert" de "heilige" Babi-Sali over honderdduizenden joden van Marokkaanse afkomst. Met massa's komen ze een dag per jaar naar Netivoth [...], om door hem geheiligd water te kopen, om vruchtbaarheid en geluk af te smeken [...]. Het is dus niet zo verwonderlijk dat in de schaduw van deze heiligen reeksen koffiedikkijkers, handlezers, waarzeggers en sterrenwichelaars een dikke boterham verdienen.
De Standaard, 1996
Twee helderzienden of waarzeggers hebben, onafhankelijk van elkaar, vijf jaar voor de ontdekking van Loubna Benaïssa de omgeving aangewezen waar ze lag [...]. De helderziende verklaarde dat het meisje overleden was. De tweede voorspeller voelde dat ze zich schuilhield in een omgeving waar "veel lood" was. Het toeval wil dat tegenover Derochettes garage een drukkerij en een radiografisch centrum liggen, waar veel lood gebruikt werd.
De Standaard, 1997
Een oude waarzegmethode waarbij de waarzegger een gat in het schild van een schildpad boorde, het schild verhitte, en daarna de toekomst voorspelde aan de hand van de barsten die in het schild ontstonden.
http://www.euronet.nl/~advaya/lezingen.htm
