Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

vuilniszak

betekenis & definitie

grijze plastic zak voor huisvuil.

grote, grijze plastic zak die wordt gebruikt om er huishoudelijk afval in te verzamelen; grijze plastic zak voor huisvuil.

Voorbeelden:
'Hoe vaak moet ik het je nog zeggen: haal de vuilniszak uit de emmer voordat hij helemaal vol is, schud hem even, druk dan eerst de lucht eruit [...], en pas dan het sluitinkje eromheen.'
Renate Dorrestein, Zonder genade, 2001

Het gevoel van voldoening bij het buitenzetten van een goed gevulde vuilniszak op dinsdagavond beleefde altijd zijn herhaling op woensdagmorgen, wanneer hij tijdens het wassen en scheren door het badkamerraam constateerde dat zijn zak met een fraaie boog in de vuilniswagen verdween.
Peter Eijgenhuijsen, De zaak vuilniszak, 2002

De volgende woensdagmorgen zo'n kwartier voordat de vuilniswagen verwacht werd laadde hij zes vuilniszakken op zijn kruiwagen en reed ermee de straat uit, de hoek om en een flink eind de Berkenlaan in. Daar zette hij zijn zakken bij de stoeprand.
Peter Eijgenhuijsen, De zaak vuilniszak, 2002

< >