schip voor vrachtvervoer.
schip dat is gebouwd en uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het transport van grote vrachten.
Voorbeelden:
Ik begrijp het niet maar weet wel dat een zandkorrel met het gewicht van vijfhonderdduizend volle olietankers, passagiersschepen en vrachtschepen, wel heel zeldzaam, zonderling en zwaar moet zijn.
J.M.A. Biesheuvel, De steen der wijzen, 1983
Volgens E. Duurken van de waterpolitie in Lauwersoog zijn er twee vrachtschepen die verdacht worden van het lozen van olie bij de Wadden.
NRC, 1995
De skipper ging op zijn gekapseisde boot zitten en werd opgepikt door een vrachtschip.
De Standaard, 1996
